Vaak krijg je een CT-scan als de arts vermoedt dat je een wekedelentumor in de buik of de borstkas hebt. Een CT-scan is nauwkeuriger dan een echo.
Op een CT-scan kan de arts zien of er een wekedelentumor in je lichaam zit. Als de tumor doorgegroeid is in andere weefsels of in het bot, is dat ook te zien op de CT-scan. Soms kan de arts ook op de scan zien of de tumor goedaardig of kwaadaardig is.
CT-scan naar uitzaaiingen
Je kunt ook een CT-scan krijgen om uitzaaiingen van een wekedelensarcoom op te sporen. Meestal gebruikt de arts hier een PET-CT-scan voor, dat is een PET-scan en een CT-scan tegelijk.
CT-scan
Deze video legt uit hoe de CT-scan in zijn werk gaat.
Wat is een CT-scan?
Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Het apparaat maakt gebruik van röntgenstraling en een computer.
Hoe gaat een CT-scan?
Je ligt op een tafel die kan schuiven. Het CT-scanapparaat heeft een ronde opening waar je doorheen schuift.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto’s. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel te zien. Deze foto’s maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
CT-scan met contrastvloeistof
Bij een CT-scan gebruikt de arts vaak contrastvloeistof. De contrastvloeistof zorgt ervoor dat verschillende weefsels op de foto meer contrast hebben. Daardoor zijn ze beter van elkaar te onderscheiden.
Meestal krijg je de contrastvloeistof tijdens de CT-scan in een bloedvat in je arm gespoten. Soms moet je deze vloeistof voor het onderzoek drinken.
Contrastvloeistof kan een warm en weeïg gevoel veroorzaken. Sommige mensen worden er een beetje misselijk van. De arts kan je vragen een paar uur voor het onderzoek niet te eten en te drinken.
Overgevoelig voor contrastvloeistof
Sommige mensen zijn overgevoelig voor contrastvloeistof. Tijdens de CT-scan kun je dan klachten krijgen. Bijvoorbeeld koorts, zweten, duizeligheid, flauwvallen, huiduitslag, zwelling van het gezicht en kortademigheid. Denk je dat je eerder zo’n overgevoeligheidsreactie hebt gehad? Geef dit dan voor het onderzoek aan bij de arts.